I. Éditions et traductions

Roman van Lancelot (XIII^e eeuw), naar het (eenig bekende) handschrift der Koninklijke Bibliotheek [Le Roman de Lancelot (xiii^e siècle), d’après le manuscrit de la Bibliothèque royale], édition de W. J. A. Jonckbloet, 2 vol., La Haye, 1846-1849, vol. I, v. 42547-47250.

Moriaen, opnieuw uitgegeven en geannoteerd door H. Paardenkooper van Buuren en M. Gysseling [Moriaen, édité et annoté par H. Paardenkooper Van Buuren et M. Gysseling], Zutphen, Thieme et C^ie, « Klassiek Letterkundig Pantheon », n° 183, 1971.

Roman van Moriaen, opnieuw naar het handschrift uitgegeven en van een inleiding en een woordenlijst voorzien door J. Te Winkel [Le Roman de Moriaen, édition d’après le manuscrit, avec une introduction et un glossaire de J. Te Winkel], Groningue, J. B. Wolters, « Middelnederlandse letterkunde », n° 20, 1878.

Roman van Moriaen [Le Roman de Moriaen], adaptation en prose en néerlandais moderne par L. Jongen, dans Walewein de neef van Koning Artur, Amsterdam, Querido, « Griffioen », 1992, p. 69-139.

Morien, a metrical romance rendered into English prose from the medieval Dutch [Moriaen, un roman en vers traduit du néerlandais médiéval en prose anglaise], dans Arthurian romances unrepresented in Malory’s Morte d’Arthur, J. L. Weston, Londres, 1901, vol. 4.

II. Sources

Le Roman de Perceval ou le Conte du Graal, Chrétien de Troyes, publié d’après le manuscrit n° 12576 de la Bibliothèque nationale de France par W. Roach, Genève et Paris, Droz, « Textes littéraires français (TLF) », n° 71, 1959 (2^e éd. revue).

Perchevael, dans Corpus van Middelnederlandse teksten (Tot en met het jaar 1300), édition de M. Gysseling, série II, Literaire Handschriften, vol. 1, Fragmenten, La Haye, Nijhoff, 1980.

Lancelot. Roman du xiii^e siècle, édition de A. Micha, 9 vol., Paris et Genève, Droz, « Textes littéraires français (TLF) », 1978-1983.

Corpus van Middelnederlandse teksten (Tot en met het jaar 1300), série II, Literaire Handschriften, vol. 1, Fragmenten, La Haye, Nijhoff, 1980.

Suite-Vulgate du Merlin. The Vulgate version of the Arthurian Romances, édition de H. O. Sommer, 7 vol., New York, 1916, vol. III, V et VII, Le Livre d’Artus.

Walewein. De jeeste van Walewein en het schaakbord van Penninc en Pieter Vostaert : Artur-epos uit het begin van de 13^e eeuw, uitgeg, verklaard en ingeleid door G.A. Van Es. [édition, commentaires et introduction de G.A. van Es], 2 vol., Zwolle, 1957.

Parzifal, W. von Eschenbach, Paris, UGE, « 10/18 », 1989.

III. Études et littérature

Besamusca B., Walewein, Moriaen en de Riddere metter mouwen. Intertekstualitaiet in drie Middelnederlandse Arturromans, Hilversum, Uitgeverij Verloren, 1993.

— Lanceloet. De Middelnederlandse vertaling van de Lancelot en prose overgeleverd in de Lancelotcompilatie, Pars 2 (v. 5531-10740), met een inleidende studie over de vertaaltechniek, Assen et Maastricht, 1991, « Middelnederlandse Lancelotromans », n° 5

Besamusca B et Brandsma F. (dir.), De ongevalliche Lanceloet. Studies over de Lancelotcompilatie, Hilversum, Uitgeverij Verloren, « Middeleeuwse studies en bronnen », n° 28, 1992.

Brandsma F., Lanceloet De Middelnederlandse vertaling van de Lancelot en prose overgeleverd in de Lancelotcompilatie, Pars 3 (v. 10741-16263), met een inleidende studie over de entrelacementvertelwijze, Assen et Maastricht, 1992, « Middelnederlandse Lancelotromans », n° 6.

Draak M., « De Middelnederlandse Vertalingen van de Proza-Lancelot », Amsterdam, Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), « Letteren », 1954, vol. 17, n° 7, p. 193-239

— Lancelot en het hert met de witte voet, Zwolle, 1953.

Faems A., Hier namaels seldijt bat verstaen. Vertellerscommentaar in de Middelnederlandse ridderepiek, Gand, Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 2006.

Gerritsen W. P. et Van Melle A. G. (dir.), Van Aiol tot de Zwaanridder. Personnages uit de middeleeuwse verhaalkunst en hun voortleven in literatuur, theater en beeldende kunst, Nimègue, SUN, 1993.

Heeroma K., Moriaen, Lantsloot en Elegast luisterend gelezen, Leyde, 1973.

Van der Lee A., Zum literarischen Motiv der Vatersuche, Amsterdam, Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), « Letteren », 1957, vol. 63, n° 3.

Van Driel J., Prikkeling der zinnen. De stilistische diversiteit van de Middelnederlandse epische pàëzie, Zutphen, Walburg Pers, 2007.

Van Oostrom F. P., Arturistiek in artikelen. Een bundel fotomechanische herdrukte studies over Middelnederlandse Arturromans, met een bibliografie van de Middelnederlandse Arturistiek sinds 1945, Utrecht, HES, 1978.

IV. Articles

Van den Berg E., « Genre en gewest », dans Tijdschrift voor Nederlandse Taal-en Letterkunde (TNTL), n° 103, 1987, p. 1-36.

— « Over het lokaliseren van Middelnederlandse rijmteksten », dans Verslagen en mededelingen (VMVA), Gand, Koninklijke Vlaamse Akademie voor Nederlandse taal- en Letterkunde, 1986, P. 305-322.

Besamusca B., « De Vlaamse opdrachtgevers van de Middelnederlandse literatuur : een literair-historisch probleem », dans De Nieuwe Taalgids, n° 84, 1991, p. 150-162.

Besamusaca B., « The influence of the Lancelot en prose on the Middle Dutch Moriaen », dans Arturus Rex. Acta Conventus Lovaniensis 1987, W. Van Hoecke, G. Tournoy et W. Verbeke (dir.), vol. II, Louvain, Leuven University Press, 1991, p. 352-360.

Besamusca B et Gerritsen W. P., « De studie van de Lancelotcompilatie », dans De ongevalliche Lanceloet. Studies over de Lancelotcompilatie, B. Besamusca et F. Brandsma (dir.), Hilversum, Uitgeverij Verloren, « Middeleeuwse studies en bronnen », n° 28, 1992, p. 9-19.

Finet Van der Schaaf B., « La tradition écrite de la Chanson d’Aiol. Une mise au point », dans Romania, n° 124, 2006, Mélanges, p. 503-508.

— « L’identité frisonne et l’image de la Frise et des Frisons du haut Moyen Âge au xxi^e siècle », dans Les Identités néerlandaises. De l’intégration à la désintégration ?, T. Beaufils et P. Duval (dir.), Villeneuve d’Ascq, Presses universitaires du Septentrion, 2006, p. 13-31.

— « L’image de la Frise et des Frisons dans la littérature en ancien et en moyen français et dans quelques chroniques en moyen néerlandais », dans Aspect de l’épopée romane. Mentalité, idéologies, intertextualité, H. Van Dijk et W. Noomen (dir.), Groningue, Egbert Forsten, 1995, p. 441-450.

— « L’Aiol limbourgeois. Un témoin ancien de la littérature épique en moyen néerlandais », dans Études germaniques, avril-juin 1989, p. 166-188.

— « Les deux adaptations en moyen néerlandais de la chanson d’Aiol », dans Senefiance, n° 20-21, 1987, Au carrefour des routes d’Europe : la chanson de geste, p. 489-512.

— « Problèmes du bilinguisme en Frise », dans Études germaniques, n° 4, 1982, p. 393-410.

Haan M. J. M. de, « Het bediet van Moriaen », dans Arturistiek in artikelen. Een bundel fotomechanische herdrukte studies over Middelnederlandse Arturromans, F. P. Van Oostrom, Utrecht, HES, 1978, p. 259-274.

— « Le Ferguut et le Moriaen comme “romans politiques” », dans Études germaniques, n° 32, 1977, p. 129-143.

Janssens J. D., « De Vlaamse achtergronden van de Lancelotcompilatie. Wat onzekerheden op een rijtje : Vlaams, Brabants of Hollands ? », dans De ongevalliche Lanceloet. Studies over de Lancelotcompilatie, B. Besamusca et F. Brandsma (dir.), Hilversum, Uitgeverij Verloren, « Middeleeuwse studies en bronnen », n° 28, 1992, p. 21-43.

— « Le roman arthurien non historique en moyen néerlandais : traduction ou création originale ? », dans Arturus Rex. Acta Conventus Lovaniensis 1987, W. Van Hoecke, G. Tournoy et W. Verbeke (dir.), vol. II, Louvain, Leuven University Press, 1991, p. 330-351.

— « De Middelnederlandse “niet-historische” Arturroman. Vertaling of oorspronkelijke schepping ? », dans De studie van de Middelnederlandse letterkunde : stand en toekomst. Symposium van Antwerpen 22-24 september 1988, F. P. Van Oostrom et F. Willaert, Hilversum, Uitgeverij Verloren, 1989 « Middeleeuwse studie en bronnen », n° 14), p. 121-132.

— « Oude en nieuwe wegen in het wout zonder genade » (Terreinverkenning voor verder onderzoek van de Middelnederlandse niet-historische Arturroman), dans De Nieuwe Taalgids, n° 75, 1982, p. 291-312.

Kossen W., « Moriaen en de Graalheld », dans « In onse scole » : opstellen over de Middeleeuwse letterkunde voor Prof. Dr. Margaretha H. Schenkeveld, F. de Bree et R. Zemel (dir.), Amsterdam, Stichting Neerlandistiek VU, 1989, p. 95-108.

Mantingh E., « Lanceloet, Perchevael, Moriaen en de spin Sebastiaan. Luisteren met tussenpozen », dans De ongevalliche Lanceloet. Studies over de Lancelotcompilatie, B. Besamusca et F. Brandsma (dir.), Hilversum, Uitgeverij Verloren, « Middeleeuwse studies en bronnen », n° 28, 1992, p. 45-75.

Van Buuren A. M. J., « Een Moriaenfragment geïdentificeerd », dans De Nieuwe Taalgids, n° 67, 1974, p. 41-46.

Van der Have J. B., « De Middelnederlandse Karelepiek : de fragmenten en het geheel », dans Karolus Rex. Studies over de middeleeuwse verhaaltraditie rond Karel de Grote, B. Besamusca et J. Tigelaar (dir.), Hilversum, Verloren, « Middeleeuwse Studies en Bronnen », n° 83, 2005, p. 77-104.

Van Mierlo J., « Oorspronkelijke Dietse Arthur-Literatuur in de twaalfde eeuw ook voorbeeld van Franse », dans Arturistiek in artikelen. Een bundel fotomechanische herdrukte studies over Middelnederlandse Arturromans, F. P. Van Oostrom, Utrecht, HES, 1978, p. 77-88.

— « Bij een Moriaenfragment », dans Verslagen en mededelingen (VMVA), Gand, Koninklijke Vlaamse Akademie voor Nederlandse taal- en Letterkunde, 1955, p. 561-575.

Van Oostrom F. P., « De lage landen en het hooggebergte. Middelnederlandse ridderromans in Europese context », dans Literatuur, 2000/1, p. 3-11.

Paardenkooper Van Buuren. H., « Betrekkingen tussen de Middelnederlandse Moriaen en de Parzifal van Wolfram von Eschenbach », dans De nieuwe taalgids, n° 62, 1969, p. 345-367.

Wells D. A., « Source and Tradition in the Moriaen », dans European context. Studies in the history and literature of the Netherlands presented to Theodoor Weevers, Cambridge, Modern Humanities Research Association, 1971, p. 30-51, réédité dans Arturistiek in artikelen. Een bundel fotomechanische herdrukte studies over Middelnederlandse Arturromans, F. P. Van Oostrom, Utrecht, HES, 1978, p. 237-258.

— « The Middle Dutch Moriaen, Wolfram von Eschenbach’s Parzifal, and Medieval Tradition », Studia Neerlandica, n° 2, 1971, p. 243-281.

V. Ouvrages de référence

Besamusca B., Repertorium van de Middelnederlandse Arturepiek. Een beknopte beschrijving van de handschriftelijke en gedrukteoverlevering. Utrecht, HES, 1985.

— Repertorium van de Middelnederlandse Karelepiek. Een beknopte beschrijving van de handschriftelijke en gedrukte overlevering. Utrecht, HES, 1983.

Kienhorst H., De handschriften van de Middelnederlandse Ridderepiek, Deventer, Sub Rosa, « Deventer Studiën », n° 9, 1988.

Verdam J., Middelnederlandsch Handwoordenboek, La Haye, 1932.

— Tekstcritiek van Middelnederlandsche schrijvers, thèse, Leyde, 1872.

Verdam J. et Verwijs E., Middelnederlandsch Woordenboek, 10 vol., La Haye, 1895-1928.